Eindterm
De kandidaat kan met behulp van de concepten dynamiek en evenwicht ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid en wereldbeeld benoemen op welke wijze ecosystemen zich kunnen ontwikkelen en beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen en het systeem Aarde beïnvloedt.
C3.1 Dynamiek en evenwicht
Specificatie
De kandidaat kan in een context:
- de ontwikkeling van een ecosysteem beschrijven;
- opeenvolgende veranderingen in een ecosysteem beschrijven en verklaren hoe daarbij overgangen tot stand komen;
- verschillen tussen ecosystemen benoemen op basis van verschillen in populaties (biotische) en abiotische factoren;
- de dynamiek in een ecosysteem beschrijven;
- herkennen dat een ecosysteem in verschillende evenwichtssituaties kan verkeren;
beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen en het systeem Aarde beïnvloedt.
Deelconcepten
successie, pioniersoort, climaxecosysteem, gradiëntecosysteem, indicatorsoort, biodiversiteit, genenpool, concurrentie, draagkracht, tolerantiegrenzen, exoot, omslagpunt.
Voorbeeldcontexten